Martins MENING


Martin Opdop geeft in nl.kunst.literatuur zijn mening over de boeken die hij leest.

mavo@dds.nl


Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Ein weites Feld van Gunther Grass. De meeste Duitse vrienden van Martin spreken nogal smalend over het boek, voor zover ze het gelezen hebben. 'Die Grass die moest ook weer zo nodig wat,' een beetje zoals men in sommige kringen in Nederland over Harry Mulisch pleegt te spreken.

Maar dit boek is werkelijk verbijsterend mooi en ontroerend en prachtig. En geweldig. En Martin wil het meteen nog wel een keer lezen. Wat een melancholie, wat een dramatiek, wat een prachtige taal, schrijft die meneer Grass. Martin was vanaf pagina drie of vier volledig gegrepen, kon niet meer ophouden met lezen en heeft dan ook twee dagen vrijwel continu doorgelezen, dit tot groot ongenoegen van Martin zijn baas.

Alle Duitse ellende van de afgelopen eeuw, de totale vermorzeling van het mooie Duitsland door het afschuwelijke Duitsland in de oorlog, de afschuwelijke splitsing, de afschuwelijke DDR, het afschuwelijke kapitalisme, dat alles wordt zo prachtig verbeeld in dit boek, door die volstrekt anachronistische dubbelganger van Theodor Fontane die maar zo'n beetje door Berlijk sjokt.

Helemaal in het begin van een boek is een scene waarin de twee hoofdfiguren in hun negentiende-eeuwse pakken bij McDonalds zitten, vlakbij Berlin Zoo. Ooit, ooit komt er een film van dit boek. Martin gaat vrijwel nooit naar de film, maar hier zal hij een uitzondering maken. Al is het maar om die scene te zien, en te huilen.

Wat gaat Martin nu weer lezen?

Martin is wel weer eens toe aan een mooie dichtbundel. Voor aanbevelingen houdt hij zich aanbevolen.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

De Engel van Amsterdam, van Geert Mak. Een mooi boek, wel. Martin houdt niet bijzonder veel van Amsterdam, althans hij begrijpt nooit zo goed wat mensen nu zo lyrisch maakt over dat oord. Dit boek heeft hem in ieder geval een blik gegund in de ziel van de liefhebbers. Het is goed geschreven! En helder! En het leest als een trein!

Het mooist vond Martin het eerste hoofdstuk, over de geschiedenis van Amsterdam. Mak gaat daarbij uit van 1 huis, op de Oudezijds Voorburgwal, kennelijk het huis waarin hij woonde toen hij het boek schreef. Dat perspectief (de geschiedenis van een stad gezien vanuit een huis) is goed gekozen en het is mooi gedaan.

Dat uitgaan van 1 detail en daaraan meer proberen op te hangen doe Mak elders ook. Het gaat naar Martins mening wel wat vaak over de zelfkant. Fans van de 'grote stad' hebben het vaak graag over vuil, heroinehoeren, en zo. 'Het leven zelf' zogenaamd, maar Martin gelooft daar eigenlijk maar weinig van. Maar hij begrijpt ook wel dat 'het leven zelf' mooiere verhalen oplevert dan verhalen over Buitenveldert. En bovendien schrijft Mak ook een aardig stuk over de Scheldestraat.

Wat gaat Martin nu weer lezen?

Ein weites Feld, van Günther Grass.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

'Met niks begonnen', de brieven van Gerard Reve aan Willem Nijholt en vice versa. Natuurlijk, dit boekje is duidelijk bedoeld om geld te verdienen. Natuurlijk, veel bijzondere stilistische hoogstandjes staan er niet in, en Gerard Reve schreef de meeste brieven kennelijk op de automatische piloot. Maar juist door de antwoorden van Nijholt is het toch wel een aardig boek geworden, omdat het een inkijkje geeft over hoe min of meer 'normale' kortstondige liefdespartners van Reve reageerden op dit soort brieven en op Reves fantasie"en: onzeker, oprecht. Die Nijholt is natuurlijk geen schrijver, maar juist zijn brieven maken dit boekje wel de moeite waard, vindt Martin. Hij heeft het in anderhalf uur gelezen. Dat waren niet de ongelukkigste uren in zijn leven.

Wat gaat Martin nu weer lezen?

De Engel van Amsterdam van Geert Mak.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Witte tongen, van Wouter Godijn. Helaas, Martin vond er bijzonder weinig aan. Het boek ziet er zeer fraai uit, zoals veel boeken die bij Contact verschijnen trouwens, en Martin moest gisteren snel (snel! snel!) een boek hebben voor in de trein. Toe heeft hij dit in een impuls gekocht.

Omdat hij in de trein verder echt niets te lezen had, is Martin toch nog een aardig eind in Witte Tongen gekomen. Bij een saai boek als dit (want dat is het probleem met dit boek, dat het zo vlak en weinig opwindend geschreven is) gaat een mens zich al snel allerlei dingen af te vragen waar hij bij een goed boek niet toekomt.

Zo viel het Martin op dat dit boek zo overduidelijk Nederlands was, en hij vroeg zich af wat dit nu precies door kwam. Het heeft iets te maken met de personages, dat zijn echte Nederlanders, van een soort waar Martin overigens niet dol op is (maar dat heeft niets met zijn oordeel over het boek te maken). Hoewel er in de bladzijden die Martin gelezen heeft weinig over het uiterlijk van de personages wordt gezegd steld Martin zich zo voor dat de hoofdpersoon een ietwat verwassen spijkerbroek draagt, en een groen jack met zo'n bruine kraag, kortom, het soort kleding dat naar schatting 80% van iedereen onder de 35 draagt die je in een Nederlandse trein ziet. De obsessies, de manier van zich uitdrukken, de manier van doen van de personages, alles, alles, wijst erop dat het alleen maar over Nederlanders kan gaan. Nogmaals, met een kwaliteitsoordeel over het boek heeft dit niets te maken. Al lijkt het Martin wel enorm moeilijk om iets boeiends te melden over iemand die altijd een verwassen spijkerbroek etc. aanheeft, maar dit terzijde.

Martin wil nog wel verder gaan. Hij meende zelfs te herkennen dat het hier alleen een boek kon betreffen van een jonge Nederlandse auteur. (Een die de oorlog niet heeft meegemaakt.) Ook hier heeft Martin zich verbaasd zitten afvragen hoe dat nu precies kwam en ook hier was al die verbazing vruchteloos. Zelfs dacht Martin even dat het echt ging om Groningers, maar bij nader inzien zal dat wel komen doordat over Wouter Godijn gemeld wordt dat hij in Groningen 'woont en werkt'. Verder is Martin alleen bekend dat Godijn gepubliceerd heeft in een blad dat 'Schrijver en Caravan' heet. Dit lijkt Martin eigenlijk ook geen aanbeveling, al heeft hij het hele blad nog nooit gezien.

Een diepere stilistische analyse van Witte Tongen lijkt Martin al met al dringend gewenst, maar zelf heeft hij het boek onuitgelezen in de trein laten liggen (gisterenavond, de stoptrein van Amsterdam naar Rotterdam, Martin stapte uit in Breukelen) hopende dat een andere reiziger het mee naar huis zou nemen en er wel een genoeglijke avond aan zou beleven.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Vingerafdrukken, de laatste dichtbundel van Herman de Coninck. Als iemand overlijdt, krijgen zijn laatste woorden opeens een extra lading. In het nawoord schreef De Coninck bijvoorbeeld (over Benno Barnard, die DC's laatste bundels kennelijk corrigeerde): 'Ik overweeg om hem mijn volgende bundel helemaal zelf te laten schrijven.' Dat klinkt wel wrang nu hij dood is.

Helaas is die niet HdC's allerbeste bundel, vindt Martin. Niet alle gedichten zijn even sterk. Het zijn mooie vingerafdrukken, maar ze blijven niet lang in je huid staan. Of zoiets. Nou ja.

Toch staat er ook hier wel weer voldoende prachtigs:


Pointillisme

Sloten onder kroos, pointillisme
van groen, stilliggend geril
van begin, natuur die vijf miljard puntjes tegelijk
op haar i's zet.

Ik op mijn buik langs zo'n sloot.
Geef me mijn bril eens. Puntjes op de i inspecteren
is mijn beroep en vooral: daarbij op mijn buik liggen.
Hoeveel puntjes heb je nodig voor groen?

Hoeveel zandkorrels, zandkorzels, voor strand?
Hoeveel mensen voor mensheid?
Twee.
Iemand met sproeten, en iemand die ze telt.

Herman de Coninck, 1944-1997


Alleen dat zandkorzels begrijpt Martin niet goed.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

De roman Chaos en Rumoer, van Joost Zwagerman. Jaren geleden las Martin Gimmick! van dezelfde schrijver, en daar vond hij niet veel aan. Verder las hij dan ook niets van Zwagerman, tot hij dit boek in de winkel zag liggen. Martin kocht, las en vond het een aardig boek.

Het is niet een 'mooi' boek volgens Martin, in die zin dat hij er erg door beroerd werd. Maar het is wel een 'mooi' boek in die zin dat het mooi in elkaar zit. Het is een literair kunststukje, en als zodanig mooi en aardig. Er zaten ook weinig zinnen of details in die Martin stoorden (alleen snapte Martin niet goed waarom bijvoorbeeld boekhandel Atheneum opeens Amicorum heet in dit boek, terwijl het Spui wel het Spui blijft en waarom er een Noorse uitgever 'Slössarö' is (met umlauts op de o's). Die umlauts maken de naam weinig Noors, volgens Martin; meer Zweeds (Noren zouden een streepje door die o schrijven.)

Nee echt, het is een echt Nederlands boek, maar als zodanig heel verdienstelijk. Martin las het in een avond uit en heeft zich goed geamuseerd. Dat had hij niet gedacht, van Zwagerman.

Martin vraagt zich trouwens af wanneer de eerste criticus opstaat die wijst op het interessante verband tussen Otto Kapteijn in Dubbelster van Komrij (verschenen bij de Arbeiderspers) en Otto Vallei in Chaos en Rumoer van Zwagerman (verschenen bij de Arbeiderspers). Allebei de boeken gaan min of meer over een soort dubbelganger. In allebei de boeken treedt de hoofdpersoon op in de media. En in het boek van Zwagerman gaat het bovendien over een schrijver die denkt dat een andere schrijver zijn idee heeft gestolen. Die naam is dus een aardig grapje, van Zwagerman. Denkt Martin!

Wat vroeg men Martin per private e-mail?

"Ik vroeg me af of jij één of meerdere spannende, grappige en/of ontroerende Nederlandse boeken kende, waarvan jij nooit hebt begrepen dat ze nog niet verfilmd zijn."

Welk antwoord geeft Martin op deze vraag?

  1. Iskander, van Couperus (of een andere decadente roman over de klassieke tijd van deze zelfde schrijver): mooie massascenes, mooie jongens, lekker eten.
  2. Mijn beter ik, van Renate Rubinstein (over haar geheime verhouding met Simon Carmiggelt; dit stelt Martin zich voor als een mooie tv-film; moet wel echt goed gedaan worden. Martin kan zich trouwens ook een mooie documentaire-achtige film over dit onderwerp voorstellen)
  3. Een nagelaten bekentenis, van Emants (een nadeel is wel dat dit al snel zo'n binnenhuiskamerfilm oplevert, met veel bruin en grijs en zwart, a la Karakter. Aan de andere kant is het verhaal ijzersterk.)
  4. Nooit meer slapen, van Hermans (juist geen binnenkamers, maar mooi Laps landschap. Dit boek is volgens Martin het beste dat na de oorlog in het Nederlands geschreven is. Bovendien is het zelf al vrij filmisch.)
  5. Brief aan mijn moeder, van Ischa Meijer (de scenarioschrijver moet dan ook goed het boekje lezen dat de zus van Meijer schreef vlak nadat haar broer overleed, om het beeld te complementeren).

Martin moet er wel bij zeggen dat hij vaker een boek leest dan dat hij naar de bioscoop gaat.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Oorlog en Vrede, van Tolstoj. Wat een geweldig boek is dat.

Wat een boek, wat een boek. Alles staat erin. Alles. Elke keer als Martin eraan begint denkt hij: eigenlijk is het wel een beetje chaotisch. En lang. En eigenlijk worden de personages wel een beetje karikaturaal uitgebeeld, met hun lipjes, en kinnen en hooghartige blikken. Maar zulke dingen zijn niet vol te houden.

Geen enkel ander boek haalt het erbij. Martin begrijpt niet hoe iemand nog een 'korte novelle over hoe het is om een puisterige puber te zijn' durft te publiceren als hij dit heeft gelezen. Hierin wordt niet alleen behandeld om het is om zo'n puber te zijn, maar ook om een bejaarde man te zijn, of een oude vrijster, of een dertiger. Alles en iedereen in dit boek begrijp je en geloof je en vind je interessant. Wil je weten wat het is om een mens te zijn, lees dan Oorlog en Vrede.

Over een paar jaar leest Martin Oorlog en Vrede weer. Hij verheugt zich er nu al op.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

De 'FAQ voor nl.kunst.literatuur'. Erg leerzame kost. Alleen ontbreekt er volgens Martin een vraag, want volgens Martin is de meestgestelde vraag op nl.kunst.literatuur:

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Het boekje Rookgordijn, dat vorige maand gratis werd uitgedeeld in het kader van de Maand van hte Spannende Boek. Nu, gratis vindt Martin nog te veel geld. Volstrekt waardeloos dit boekje. Wat een belabberde stijl, wat een belabberd verhaaltje. Tjonge, hij begrijpt niet hoe iemand zoiets durft te schrijven. Hij begrijpt niet hoe Meulenhoff op het idee kan komen om het 'spannende boek' te promoten. Van de schrijver van dit verhaal Phillip Margolin gaat Martin nooit meer iets lezen! Die boekjes die je voor 1,50 bij de kiosk kan kopen, met western-verhalen, zijn nog spannender.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Het toneelstuk Mrs. Warren's Profession, van Bernard Shaw (ja, Martin weet ook wel dat hij hier eigenlijk alleen boeken in het Nederlands gelezen mag hebben, maar dit stuk is vast in die taal vertaald). Martin weet niet goed wat hij er van vond. Hij kan zich voorstellen dat dit een mooi toneelstuk is op het toneel (en waarschijnlijk een nog betere film, als er gewerkt wordt met de juiste acteurs). Het stuk gaat over een jonge vrouw die carriere wil maken in het zakenleven en de financiele wereld en er dan achter komt dat haar moeder carriere heeft gemaakt in een ander zakenleven, namelijk de prostitutie. Dat kan ze haar moeder op zich nog wel vergeven, moeder is vroeger immers arm geweest en je moet toch wat, maar als ze er dan achterkomt dat moederlief ondanks haar huidige welstand nog steeds in business is als bordeelhoudster, verbreekt ze de banden. Net zoals ze overigens alle banden verbreekt met mannen. Ja, het is echt een goed stuk en Martin zou het wel eens uitgevoerd willen zien. Maar lezen doet Martin dit soort toneelstukken toch niet echt graag ('gewoon, omdat ik wat meer beschrijvingen wil en zo,' zegt Martin)

Wat gaat Martin nu weer lezen?

Heart of Darkness van Conrad.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Op veler verzoek eens een stripboek: Maus van Art Spiegelman. Een zeer ontroerend boek, dat moet gezegd. Martin heeft het gisteren gelezen en hij was er stil van. Een fraai persoonlijk document van meneer Spiegelman over zijn ouders (wat Martin betreft vooral over zijn vader), en die verschrikkelijke oorlog en alle verwoestingen in ieders leven. Martin heeft er een traantje om weggepinkt. Als er zo meer stripboeken zijn, wil Martin ze wel lezen.

Wat gaat Martin nu lezen?

Onder vier ogen, van Luuk Gruwez en Eriek Verpale. (Toch maar weer een 'gewoon' boek.)

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

De roman 'De ljinen van het lot of Het kistje van Milasjevitsj.' U heeft hier misschien nog nooit van gehoord. Dan mist u wat Martin betreft maar weinig. Tenzij u veel en veel slimmer bent dan Martin -- hij begreep er maar weinig van. Het boek deed hem af en toe denken aan Nabokov, dat is het verstandigste dat Martin er over zeggen kan. Boeken van Nabokov, daar komt Martin eerlijk gezegd ook nooit doorheen (dit tekent hem ongetwijfeld als een absolute barbaar. Zo zij het.)

Wat gaat Martin nu lezen?

Hij is bijna klaar met de dichtbundel van Robert Anker.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Hamlet.

Pardon?

Hamlet van William Shakespeare. Hij had dat stuk (hij wil niet opscheppen hoor) al een paar keer gelezen en gezien. Maar nu had hij onlangs die nieuwe verfilming bekeken, van Kenneth Branagh, en daar het boek bij gekocht. In dat boek staat de gehele tekst, maar dan voorzien van regieaanwijzingen voor de film:

HAMLET now gets to his knees, moving nearer THE GHOST.

We cut to:

Close on THE GHOST's mouth.

THE GHOST
Revenge his foul and most unnatural murder.

Cut to:

An ear receiving poison.

HAMLET
Murder?

Cut to:

The skin of the ear expanding.

Etc. Het is een merkwaardige ervaring, net als die film zelf een merkwaardige ervaring. Martin heeft dit stuk nu in totaal vier keer gezien:

  • een keer in '87, met Pierre Bokma
  • een keer begin jaren 90 met dat Belgische gezelschap, kom, hoe heet het ook
  • een keer in de BBC-uitvoering
  • een keer van Kenneth Branagh

En Martin heeft het vijf keer gelezen:

  • een keer in een Engels schoolboek
  • een keer in de Nederlandse vertaling die die Belgen gebruikten
  • een keer in een vertaling in het Esperanto
  • een keer in de vertaling van Komrij (die Bokma cum suis waarschijnlijk gebruikten)
  • een keer in het boek van Branagh

En eigenlijk vindt Martin het maar een raar stuk. Qua stuk. Wat is dat eigenlijk allemaal voor een gedoe, begint Martin zich steeds meer af te vragen. Bij veel negentiende-eeuwse auteurs lees je vaak dat ze zich zo met Hamlet identificeren. Martin kan zich daar weinig bij voorstellen, hij vindt de persoon Hamlet eigenlijk maar zeer moeilijk te begrijpen.

Alleen de taal van Hamlet is natuurlijk prachtig. Tjongejonge wat zitten er mooie zinnen in dat stuk. En wat is het terecht dat de hele tekst van het stuk in die film wordt uitgevoerd. En dat hij helemaal in het boek staat. En toch, en toch: geef Martin maar liever Othello.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Tar Baby, van Toni Morrison. Martin wist dat zij de Nobelprijs had gekregen, maar hij heeft een vooroordeel tegen Nobelprijswinnaars en daarom had hij nooit iets van haar gelezen. Maar onlangs las hij in een tijdschrift een kort verhaal van haar, en dat was prachtig. Dus kocht hij dit boek. En dat is nog veel prachtiger! Wat een mensen zijn er in dat boek! En wat een ontzettend treurig drama! En wat is elk detail mooi en goed gedaan! Elke zin is een nieuwe verrassing. Het is een verhaal van een lichtgekleurd meisje van wie de opleiding door blanke lieden betaald is, maar die dan verliefd wordt op een donkere en nogal onbehouwen man. Affijn, men begrijpt wel hoe dat gaat. Maar hier begrijpt Martin echt _alle_ deelnemers aan het drama even goed, het meisje, de man, de blanken, de zwarten die bij de blanken in huis werken. En omdat hij ze allemaal zo goed begrijpt, terwijl ze het fundamenteel met elkaar oneens zijn, wordt hij door het verhaal verscheurd.

Maar alleen al de eerste scene, waarin niet veel meer wordt beschreven hoe die man van een boot ontsnapt, is zo ongehoord goed en spannend. Martin weet eerlijk gezegd geen andere schrijvers die op dit moment leven en die zoiets kunnen. Alles is mooi aan dit boek. Martin gaat alle andere boeken van Toni Morrison ook lezen! Liefst deze zomer nog!

Wat gaat Martin nu lezen?

He joh, ben jij doof of zo? zegt Martin.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Het boek 'Jezus, een revolutionaire biografie' van John Dominic Crossan. Niet echt literatuur (want een soort biografie) maar door het onderwerp misschien toch weer wel. Nou ja, men ziet maar. Martin vond het in ieder geval wel een aardig boek. Met Jezus heeft hij het nooit zo opgehad, al leek de Jezus in dit boek hem wel een interessante figuur. Het probleem met het boek is alleen de wetenschappelijke pretentie die het heeft -- uit de bronnen wordt een zo nauwkeurig mogelijk beeld geschapen van de 'historische Jezus'. Maar over die persoon is zo weinig bekend dat iemand die een heel boek over hem wil schrijven al gauw betekenis moet hechten aan elk woord dat er toevallig door de evangelisten of door Josephus of hoe al die figuren heten gebruikt is. Jezus is aan het kruis gestorven, dat schijnt wel vast te staan. Volgens Crossan is hij daarna in een anoniem graf gesmeten, of wie weet opgegeten door de wilde honden en de roofvogels. De rest blijft in nevelen gehuld. En hoezo staat het eigenlijk vast dat hij aan het kruis gestorven is?

Wat gaat Martin nu lezen?

Dat heeft hij al gezegd!

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Dode zielen van Gogol, in een paperback van Van Oorschot. Martin had dit nog nooit gelezen, en daarover kan hij zich nu wel voor zijn kop slaan. Wat een prachtig boek!

Wat Martin vooral mooi vond was een gevoel dat volgens hem door bijna het hele boek heenspeelt: dat overal de chaos op de loer ligt. Mensen proberen dan die chaos met behulp van allerlei organisaties en structuren en documenten en papieren te beteugelen, maar juist door al dat georganiseer ontstaat er nog een veel grotere chaos. Dat gevoel heeft Martin ook.

Er waren ook passages die Martin om de een of andere reden aan het Internet deden denken. Op een gegeven moment begint iedereen in het boek de held, Tsjitsjikow, ontzettend verdacht te vinden, terwijl ze eigenlijk niks over hem weten. Dan wordt er (natuurlijk) een vergadering belegd. Daarop begint iedereen in het wilde weg allerlei bizarre theorie"en op te werpen over de identiteit van Tsjitsjikow. Zo is er iemand die meent te weten dat T. eigenlijk een zekere kapitein Kopejkin is. Die theorie begint hij te staven met een omstandig verhaal over deze Kopejkin. Hij begint te vermelden dat deze Kopejkin een houten been had, en hoewel dit feit zijn theorie weerlegt, T. heeft namelijk helemaal geen houten been, gaat hij dan nog eindeloos lang door met zijn verhaal over K. Martin moest toen even denken aan sommige discussies op Usenet. Alleen las hij toch liever dit verslag van Gogol dan die discussies.

Wat gaat Martin nu lezen?

Een dichtbundel.

Waarom heeft Martin nog steeds geen stripboek gelezen?

Martin was gisteren in een stripwinkel in Leiden, Dumpie of zoiets, maar daar hadden ze waarschijnlijk geens strips zoals Arthur ze bedoelt. Wat een goor en bizar winkeltje was dat trouwens. 'Die winkel Lambiek is in Amsterdam, h`e? Waar kan ik die precies vinden?' vraagt Martin.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

Het boekje 'U hebt mij de weg gewezen; Brieven van Herman de Man aan Stijn Streuvels', uitgegeven in 1996 door Ge Vaartjes bij uitgeverij Anthos. Een merkwaardig boekje, vindt Martin. Hij kent het werk van De Man noch dat van Streuvels, en dan laat zo'n boekje iemand achter met meer vragen dan antwoorden. Een paar dagen voor de oorlog ging de jood De Man zich van geen onraad bewust naar de Alpen om daar zijn zoveelste roman te schrijven. Zijn joodse vrouw en kinderen liet hij daar achter. Tijdens de oorlog schreef hij niet aan Streuvels. Hij schreef pas weer na de oorlog, waarin hij zelf zo ongeveer de hele wereld had rondgereisd, terwijl zijn vrouw en kinderen werden omgebracht. Heeft hij geprobeerd nog iets voor ze te doen? Ze ook naar het buitenland te krijgen?

En in die eerste brief zegt hij dat Amerika volgens hem net zo erg is als 'Hitler-Duitschland'. In de tweede was de mens ondergeschikt aan de staat, maar in de eerste aan de dollar. Dat de tweede ook nog eens zijn familie had uitgeroeid, waarom zegt hij daar niks over? Het zijn allemaal dingen waar je niets over te weten komt. Ook over Streuvels weet je niets als je dit hebt gelezen, en over De Man maar een klein beetje. Er zijn waarschijnlijk mensen die helemaal weg zijn van De Man. Die zullen aan dit boekje misschien wat hebben. Wat Martin betreft: het is dat hij vandaag zo lang vastzat in de trein, anders had hij dit nooit gelezen.

Wat heeft Martin nu weer gelezen?

De dichtbundel 'In het vertrek' van Robert Anker. Hij heeft er lang over gedaan, maar dat kwam ook doordat hij het boek een tijdje kwijt was. Het is een rare bundel, vindt Martin. Hij begint met een afdeling 'In het caf'e' waar Martin niet veel aan vond. Hij heeft in een recensie gelezen dat in die afdeling allerlei soorten zinnen van allerlei figuren door elkaar lopen, maar hij kon het daardoor soms niet meer volgen. De afdeling 'Afwezig' gaat over de dood van een vader. Daar staan wel een paar ontroerende gedichten in (
Gegalvaniseerd plaatijzer
Daarmee doet hij de donder na
in de werkplaats in de winterdag
als de hoorspelkern op dinsdagavond
Hij knipt het geappelde ijzer met een schaar
Hij houdt het tegen de lucht van winterijzer
het bleke gras daaronder de bevroren sloot
de berijpte takken van de appelbomen
en fluit niet meer het wolkje van zijn adem stokt
Tot zijn vrouw naar hem komt kijken in haar sjaal
)

Ook in de laatste afdeling staan wel mooie dingen:

(In JOUW HANDDOEK
Is dit je buik is dit je huid die langs je hand omhoog
Kruipt en het water loopt je navel in en uit
Allemaal detail ben je vrolijk water zing je
Draagt ons overal je krullen ach in golven weggelopen eb
Trekken als een kam je ogen aan en zien mij

)etc.

Maar het mooist is wel de derde afdeling, Open lijn, met in gedichten omgezette telefoongesprekken. Dat lijken wel gedichten van klassieke schrijvers als Juvenalis of Horatius, en daar houdt Martin bijzonder veel van. Heel mooi vond Martin bijvoorbeeld de 'Ballade van mijn moeder die opbelt om te vragen of het bij ons ook zulk slecht weer is' -- de titel alleen al:

[...]
Wat hew ik toch altoid veul skik en klucht had hier
Maar nou is het zo stil he moeder roep ik schril
Zal ik eens hard en snel muziek opzetten
Dan zet ik even thee er is zwaar weer op til
Dat weet ik maar ik heb geen operette
[...]

Prachtig, prachtig. Koop die bundel toch mensen! zou Martin willen roepen. En scheur meteen de eerste afdeling eruit!

Wat gaat Martin nu lezen?

Hij heeft zijn oog laten vallen op Portrait of a Lady.

Al deze meningen zijn van Martin Opdop. U mag best dezelfde mening hebben, als u hem maar niet in dezelfde woorden openbaart!
***