Publiceren op het Internet -- Een Inleiding

Marc van Oostendorp

Dit artikel verscheen in Multimedia Computing Magazine, 1996.

Het nieuws- en communicatiemedium dat we kennen als het Internet, staat zelf nu al maandenlang in het nieuws. De groei van het aantal gebruikers is dan ook enorm. Volgens schattingen zijn nu al bijna een half miljoen Nederlanders op de een of andere manier aangesloten op dit internationale netwerk. De verwachting is dat met de komst van grote commerciële Internet-aanbieders zoals Planet Internet, een samenwerking tussen onder andere de PTT en de Telegraaf, en MSN, een mega-verbond waaraan onder andere de software-gigant Microsoft en producer Steven Spielberg deelnemen en die naar verwachting tegen het eind van dit jaar onder andere in Nederland van start zal gaan, het aantal gebruikers met grote sprongen zal toenemen. Het is niet overdreven om te denken dat rond de eeuwwisseling zeker de helft van alle Nederlanders op de een of andere manier dagelijks met het Internet te maken krijgt.

Deze tweede digitale revolutie (de eerste revolutie bracht de personal computer naar bijna ieder huisgezin) opent vooral ook interessante nieuwe mogelijkheden voor ontwikkelaars van multimedia-toepassingen. Nu al maken de meest populaire en veelbesproken plaatsen op het Net gebruik van illustraties, interactiviteit en geluids- en videofragmenten. En hoe meer het grote publiek het Internet zal ontdekken, des te meer zal multimedia de plaats innemen van de oude tekst-georiënteerde interfaces die het Internet tot een paar jaar geleden kenmerkten.

Om deze redenen heeft de redactie van dit magazine besloten om met ingang van dit nummer met een zekere regelmaat aandacht te besteden aan recente ontwikkelingen op het gebied van het publiceren op het Internet, het ontwikkelen van multi-media- toepassingen voor het Net en aanverwante zaken. In dit eerste artikel geven we een overzicht van het Internet en soortgelijke projecten vanuit het perspectief van de multimedia-ontwikkelaar. In latere artikelen zullen hier meer concrete toepassingen aan de orde komen.

Wat is het Internet

De opvallendste eigenschap van het Internet is dat het eigenlijk niet bestaat. Er is geen specifieke overkoepelende BV Internet die zich bezig zou houden met een centrale registratie en organisatie. Er is niemand direct in dienst van het Internet, er is niemand direct verantwoordelijk. Het Internet is een netwerk van computernetwerken. Veel bedrijven en grote instellingen hebben tegenwoordig een eigen computernetwerk waardoor de medewerkers met elkaar kunnen communiceren en soms op afstand van elkaars computers gebruik kunnen maken. Via telefoonlijnen (en eventueel andere communicatiekanalen zoals satellieten en glasvezelkabels) kan men dergelijke netwerken weer aan elkaar koppelen.

Het Internet is nu een zeer uitgebreid netwerk van miljoenen van dergelijke aan elkaar geknoopte computers en computernetwerken. Iedereen die zijn eigen computer weet te verbinden met een computer die deel uitmaakt van het Internet, is vanaf dat moment zelf ook deel van het Internet en draagt precies evenveel verantwoordelijkheid voor het gehele netwerk als elk ander schakeltje.

Een bericht, een tekst, een illustratie, een geluidsfragment of wat dan ook, dat via het Internet verstuurd wordt maakt meestal dan ook een lange weg via tal van computers. Het verhuist eerst van de computer van de verzender naar de dichtstbijzijnde computer op het Internet waarop die verzender is aangesloten, vervolgens naar de volgende computer op het Internet waaraan die laatste is gekoppeld, enzovoort, totdat het uiteindelijk aankomt op de computer van bestemming. Het heeft dan soms een weg afgelegd via honderden tussenliggende computers.

Deze gang van zaken heeft drie belangrijke gevolgen; één groot voordeel en twee nadelen. Het voordeel is dat het versturen en ontvangen van informatie via Internet zeer goedkoop is. Of u nu kontakt maakt met Washington of met Bolsward, de telefoonkosten blijven beperkt tot het lokale tarief. U heeft immers alleen een direct telefoonkontakt met de dichtstbijzijnde Internetcomputer en die is in Nederland op dit moment al vrijwel overal binnen het basistariefgebied te vinden.

Tegenover dit voordeel staan wel twee nadelen. Ten eerste kan de informatiestroom aanzienlijke vertraging oplopen. Elk bericht moet langs vele computers en zodra het op één van die computers druk is, wordt het bericht vertraagd. Het versturen van een kort videofragment kan daarmee op sommige momenten van de dag toch nog tientallen minuten duren -- en daarmee toch weer behoorlijk prijzig zijn. Op dit moment kan men deze problemen nog omzeilen door het juiste moment van verzenden te kiezen -- 's ochtends vroeg, als de Amerikanen al naar bed zijn en de meeste Europeanen nog niet zijn gaan werken -- maar het is niet te voorzien wat er gaat gebeuren als het aantal Internet-gebruikers blijft toenemen.

Een ander belangrijk nadeel is het gebrek aan veiligheid en privacy. Elk verstuurd bestand maakt een tocht langs vele computers en op elk van die computers zou een kwaadwillige het bestand kunnen onderscheppen en bekijken voordat het wordt doorgestuurd. Er wordt op dit moment gelukkig op verschillende plaatsen hard gewerkt aan standaardmanieren om bestanden zo te versleutelen dat dergelijke inbreuken op de privacy onmogelijk worden, maar voorlopig is het nog niet zo ver.

Al met al is het versturen van bestanden via het Internet een zeer goedkope mogelijkheid van gegevensuitwisseling. Vanwege de steeds sterker wordende concurrentie op de telecommunicatiemarkt zal alles alleen maar goedkoper worden. De Internet-gebruiker zal van geval tot geval moeten beslissen of hij de nadelen daarbij voor lief neemt.

Wat is het World Wide Web

Er draaien via het Internet verschillende soorten systemen. Heel bekend is bijvoorbeeld e-mail, of elektronische post, een systeem waarmee Internet-gebruikers over de hele wereld brieven met elkaar kunnen uitwisselen; een andere systeem is telnet waarmee men via het eigen toetsenbord en beeldscherm kan werken op een andere computer op het Internet, ook al is die soms honderden kilometers ver weg. Vanuit het oogpunt van multi-media- toepassingen is het World Wide Web (WWW) het meest interessant.

Oorspronkelijk was het Net een vrijplaats voor computerliefhebbers en wetenschappers. Die mensen waren vooral geïnteresseerd in het rondsturen van 'platte ASCII' -- teksten die alleen bestonden uit letters. Bedieningsgemak of een aantrekkelijk beeldscherm hadden geen hoge prioriteit. Het WWW was het eerste serieuze Internet-systeem dat het mogelijk maakte om opgemaakte pagina's of animaties te versturen en tussen verschillende computersystemen (bijvoorbeeld Macintosh, Windows, Unix) uit te wisselen; daarmee is het WWW de snelst groeiende Internet- toepassing. Waren er begin 1993 op de hele wereld nog slechts 50 computers waar men WWW-informatie kon ophalen, tegenwoordig ligt dat aantal naar schatting rond de tien miljoen -- en dit getal wordt elk half jaar verdubbeld.

Het WWW is gebaseerd op het principe van hypermedia, een uitbreiding van een al ouder hypertekst-principe dat Macintosh- gebruikers zullen kennen van het Hypercard-systeem en Windows- gebruikers van de Windows-hulp. Een hypertekst is een tekst waarin bepaalde woorden gemarkeerd zijn, bijvoorbeeld doordat ze een andere kleur hebben dan andere woorden, doordat ze onderstreept zijn of anderszins. Dergelijke speciale woorden worden links genoemd. Met de computermuis kan men deze links aanklikken waarna men dan een nieuwe tekst ziet naar aanleiding van deze woorden. Deze tekst bevat bijvoorbeeld achtergrond- informatie over de aangeklikte links.

Het bijzondere van het WWW is dat elke tekst links kan bevatten naar teksten op computers die op geheel andere plaatsen op het Internet staan. De gebruiker kan zo dus van computer naar computer springen; dit is de activiteit die 'net-surfen' wordt genoemd.

Hypermedia is een uitbreiding van hypertekst in die zin dat niet alleen gebruik hoeft te worden gemaakt van tekst. Ook afbeeldingen, geluid en videofragmenten kunnen worden verstuurd en ook als link dienen. Een veelgebruikte toepassing op het WWW is bijvoorbeeld de klikbare kaart, waarbij een afbeelding (of 'kaart') uit verscheiden duidelijk afgebakende onderdelen bestaat. Elk van die onderdelen geeft een link naar een ander nieuwe Web-pagina.

Markeringssystemen: HTML

Er zijn verschillende verzendsystemen voor hypertekst in omloop. Het meest bekend en verreweg het populairst is het systeem gebaseerd op een markeringssysteem genaamd Hypertext Markup Language (HTML). Dit systeem is zeer eenvoudig, levert relatief kleine bestanden op die snel verstuurd kunnen worden en bovendien op een groot aantal verschillende computersystemen bekeken kunnen worden. Een HTML-pagina ziet er op een DOS- gebaseerde machine vrijwel hetzelfde uit als op een Apple Macintosh of een grote mainframe-computer die onder UNIX draait. Bovendien zijn vrijwel een groot aantal produkten om HTML- pagina's te ontwikkelen en te bekijken als freeware -- dat wil zeggen: gratis -- via het Internet te verkrijgen.

HTML is gebaseerd op het veel algemener markeringssysteem SGML (voor Standardized General Markup Language) dat zich langzamerhand aan het ontwikkelen is tot een standaard voor de elektronische opslag van allerlei soorten teksten, niet alleen voor puur elektronische verwerking voor Internet of CD-ROM maar ook voor de opslag van teksten die uiteindelijk bedoeld zijn voor papieren uitgaven. Het voordeel van SGML, en daarmee ook van HTML, is dat een tekst in een handomdraai van het ene naar het andere medium getransporteerd kan worden. Een document kan gemakkelijk van een beeldscherm-versie naar een boekversie worden omgezet.

In de loop van de komende tijd zullen alle bekende tekstverwerkinspakketten komen met SGML-extensies, voor zover ze die niet al hebben. Daarmee wordt het zeer gemakkelijk om eenvoudige WWW-pagina's te schrijven.

Een groot nadeel van zeer algemene systemen als HTML/SGML is dat de mogelijkheden niet erg groot zijn. Omdat een gegeven document op allerlei media moet kunnen draaien, heeft de ontwerper maar weinig vrijheden. Bovendien geldt de standaard feitelijk alleen voor de essentialia van de tekstopmaak: men kan weergeven of een tekstfragment een hoofdstuktitel is, of het bijzondere nadruk kan krijgen, of het een alinea is en dergelijke maar het is zelfs niet mogelijk om zaken als tekstgrootte of het te gebruiken lettertype aan te geven. Voor de weergave van illustraties, audio of video is al helemaal niets geregeld. Er zijn op die gebieden wel een aantal de facto standaardformaten ontstaan die betrekkelijk gemakkelijk tussen verschillende platforms uit te wisselen zijn -- bijvoorbeeld jpeg voor afbeeldingen, wav voor geluid, mpeg voor video -- maar deze standaards staan feitelijk los van HTML.

Commerciële Markeringssystemen

Vooral de laatste tijd zijn er daarom verschillende Web-systemen ontwikkeld die HTML gedeeltelijk aanvullen en gedeeltelijk vervangen. De twee meest veelbelovende zijn waarschijnlijk Acrobat en HotJava. Acrobat is een produkt van Adobe, de producent van veel gebruikte grafische software zoals Illustrator en Photoshop. Acrobat maakt het mogelijk om volledig opgemaakte pagina's over te sturen; de pagina ziet er dan op elk computersysteem precies hetzelfde uit. HotJava is een produkt van Sun en gaat nog een stapje verder. HotJava-pagina's kunnen zelfs programma's op uw eigen computer laten draaien zodat het mogelijk wordt om bijvoorbeeld echt interactieve animation via het WWW te bekijken. Ook voor HotJava geldt systeem- onafhankelijkheid: alle programma's draaien hetzelfde op elk willekeurig computersysteem.

Acrobat en HotJava zijn anders dan HTML commerciële producten die afhankelijk zijn van één fabrikant. De programma's die nodig zijn voor de passieve gebruiker, lezer en bekijker worden gratis verspreid maar de programma's die nodig zijn om de Web- pagina's in deze formaten te ontwikkelen moet fors worden betaald. Bovendien zijn allebei de systemen nog lang niet zo wijdverbreid als HTML; er zijn nog maar weinig mensen die er wat mee aankunnen.

Het is waarschijnlijk dat de meest geavanceerde interactieve applicaties in de nabije toekomst zullen werken volgens een zogenaamd client/server-model. Op een CD-ROM (of eventueel een CD-i) vindt u een zogenaamd client-programma waarmee u via het Internet-contact zoekt met een server. De client bevat bijvoorbeeld alle audiovisuele en statische informatie die tezamen een interactieve omgeving specificeren waar de gebruiker doorheen kan lopen zoals dat nu al bij andere interactieve toepassingen gebeurt. De Internet-verbinding voegt daar nog eens aan toe dat men informatie kan krijgen over andere mensen die -- waar ter wereld -- elders bezig zijn met dezelfde toepassing. Zo kunt u bijvoorbeeld in een virtual reality-achtige wereld met iemand anders praten, samen iets ondernemen of samen iets bekijken, ook al zit die ander ergens anders op de wereld. De informatie en de graphics over de gesimuleerde wereld waarin u zich beiden bevindt heeft u allebei op een eigen CD -- uw onderlinge communicatie verloopt via het Internet. Bekende computerspellen als Doom en Myst kunnen al op deze manier gespeeld worden en op dit moment wordt hard gewerkt aan minder ludieke toepassingen van hetzelfde principe zodat de gebruiker bijvoorbeeld een virtuele winkel binnenstapt waar een echte verkoper hem op afstand kan helpen, produkten kan laten zien en ook daadwerkelijk verkopen.

Internet en World Wide Web in Nederland

Er zijn grofweg twee soorten Internet-aansluitingen voor de privé- persoon of het particuliere bedrijf. Men kan een 'passief' of een 'actief' abonnement nemen. De meeste privé-personen zullen genoegen nemen met een passief abonnement waarbij ze alleen elektronische post kunnen lezen en schrijven, telnet kunnen gebruiken en Web-pagina's kunnen lezen. Ze hebben dan niet of nauwelijks de mogelijkheid om zelf op het Internet te publiceren, al geven veel Nederlandse Internet-aanbieders hun privé-klanten wel de mogelijkheid om een eigen zogenaamde home page op het WWW te zetten. Een home page is een (HTML-)document waarin de eigenaar van die pagina informatie geeft over zichzelf; in de regel bestaat die informatie uit een pasfoto, een telefoonnummer, een kort curriculum vitae, wat informatie over hobbies en wat links naar WWW-pagina's met onderwerpen die de eigenaar interesseren.

In een apart kader bij dit artikel vindt u een lijstje met Internet-aanbieders in Nederland. Al deze aanbieders geven de mogelijkheid om een personal computer met Windows aan te sluiten en kunnen ook de benodigde software leveren. Apple Macintosh wordt door slechts enkele aanbieders ondersteund -- voor andere systemen zult u kontakt moeten opnemen met enkele aanbieders om te zien wat de mogelijkheden zijn.

Het is bijna standaard om een zogenaamde SLIP- of PPP- verbinding aan te bieden. Alleen met een dergelijke verbinding is het namelijk mogelijk om als gebruiker Web-pagina's te bieden. Sommige aanbieders hebben ook nog wel zogenaamde terminal- verbindingen die meestal een stuk voordeliger zijn maar waarmee u alleen met ASCII kunt werken. Zelfs eenvoudige plaatjes bekijken behoort dan niet tot de mogelijkheden.

Bij het berekenen van de prijs is het verstandig om ook de telefoonkosten te betrekken. Lokaal bellen is nu eenmaal een stuk voordeliger dan interlokaal bellen. Van een aantal aanbieders -- Euronet, Planet Internet -- weten we dat ze druk bezig zijn zo snel mogelijk heel Nederland lokaal te bedienen. Vooral Planet Internet zou voor het eind van het jaar overal op deze voordelige manier te krijgen moeten zijn.

We hebben hierboven al even aangestipt dat er ook gewerkt wordt aan het verspreiden van informatie van het Internet via andere kanalen dan het telefoonnet. In Rotterdam is een experiment gaande waarbij men WWW-pagina's via teletekst kan opvragen. Het probleem is echter dat teletekst een puur tekst- georiënteerd systeem is dat er bovendien niet erg aantrekkelijk uitziet. Meer veelbelovend is een experiment in Tilburg, waar men bezig is met het aanleggen van een uitgebreid glasvezelkabelnet ten behoeve van het bedrijfsleven. Via het glasvezelkabel kan informatie veel sneller en effectiever worden getransporteerd dan via de telefoonkabel. In Amerika is men op dit gebied al iets verder dan hier; waarschijnlijk zullen we pas beschikken over een echte elektronische snelweg als grote delen van de (westerse) wereld voorzien zijn van glasvezelkabel.

Hoe dit ook zij, wie zelf wil gaan publiceren op het Internet zal waarschijnlijk niet genoeg hebben aan een gewoon abonnement bij een Internet-aanbieder. Veel van de grote aanbieders bieden daarom de mogelijkheid om een plaats op het Web te huren. Daarnaast zijn er ook enkele organisaties die zich speciaal toeleggen op het verhuren van Web-ruimte. Informatie die u op het Web wilt plaatsen moet immers vierentwintig uur per dag beschikbaar zijn op een computer die op het Internet is aangesloten en voor de meeste bedrijven is een dergelijke operatie eenvoudigweg te begrotelijk, zeker als u pas begint met publiceren op het Internet.

Het soort diensten dat een Internet-aanbieder aan degene die geïnteresseerd is in het publiceren op het Internet varieert van de simpele verhuur van enkele Megabytes aan schijfruimte waar de gebruiker dan op kan plaatsen wat hij zelf wil, tot actieve hulp bij het schrijven van HTML-code en programma's die kunnen werken met interactiviteit, klikbare kaarten, enzovoorts.